Waarom is leerloopbaanbegeleiding nodig in de gevangenis?

Uit
Noodzaak van onderwijs in detentie

Onderwijs en opleiding spelen een belangrijke rol in het tegemoetkomen aan socio-economische, demografische en technologische uitdagingen op de arbeidsmarkt. Educatie zorgt er niet enkel voor dat burgers de nodige vaardigheden en competenties verwerven voor een duurzame tewerkstelling, het zijn ook hefbomen in het kader van levenslang leren, actief burgerschap en interculturele dialoog. Er is een duidelijk verband tussen de scholingsgraad en de werkzaamheidsgraad en de arbeidsmarktpositie. Uit ‘VRIND, Vlaamse Regionale Indicatoren’ (Regering, 2016) blijkt dat de werkzaamheidsgraad van de Vlaamse kortgeschoolden veel lager is dan die van de midden- en hooggeschoolden.  

Onderzoek toont aan dat leren positieve effecten heeft op recidive. Gedetineerden die tijdens hun detentieperiode een cursus volgen hebben 13% meer kans op tewerkstelling na hun vrijlating en 43% minder kans om te recidiveren dan gedetineerden die geen onderwijs genoten tijdens hun detentieperiode. Dit blijkt uit een analyse op basis van 58 eerdere onderzoeken (Davis, 2013).

  • Regering, S. V. (2016). VRIND 2016. Vlaamse regionale indicatoren. Brussel: Vlaamse overheid, Studiedienst Vlaamse Regering
  • Davis, L. M. (2013). Evaluating the effectiveness of correctional education: A meta-analysis of programs that provide education to incarcerated adults.
Groepsaanbod in de gevangenis

Vocvo coördineert het onderwijs aan gedetineerden in de 17 gevangenissen in Vlaanderen en Brussel. Onderwijscoördinatoren coördineren en ondersteunen de aanbod verstrekkers en bouwen een onderwijs- en vormingsbeleid uit aan de hand van de onderwijs- en vormingsbehoeften van gedetineerden. Hierbij werken ze samen met verschillende onderwijspartners zoals Centra voor volwassenenonderwijs (CVO) en Centra voor Basiseducatie (LIGO), maar ook met de hulp- en dienstverlening die actief is binnen de gevangenis. 

In het onderzoek ‘Hulp- en dienstverlening gevangenis Antwerpen: een onderzoek naar de behoeften van gedetineerden’ (Brosens et al., 2013) komt naar boven dat gedetineerden veel drempels ervaren bij het bestaande opleidingsaanbod in de gevangenis. Verschillende redenen liggen aan de grondslag: het bestaande aanbod komt niet overeen met de behoeften van de gedetineerde, de gedetineerde is niet voldoende op de hoogte van het aanbod, het is niet duidelijk hoe een gedetineerde zich kan inschrijven voor een opleiding of hoe de inschrijvingsprocedure verloopt, hoe een opleiding zich verhoudt tegenover andere activiteiten zoals werk, bezoek, wandeling, … De communicatie over het aanbod verloopt voornamelijk schriftelijk om zo veel mogelijk gedetineerden op korte tijd te informeren. Hierdoor worden laaggeletterden vaak uitgesloten.  

Uit ‘Onderwijs aan gedetineerden’ (Departement Onderwijs en Vorming, 2010), bleek dat het Mattheüs-effect optreedt in het opleidingsaanbod binnen de gevangenismuren. Uit die evaluatie kwam naar boven dat 60% van de cursisten over een diploma secundair onderwijs beschikte en slechts 30% er geen had. 72% van de LIO deelnemers bezit geen diploma secundair onderwijs. Daarom concluderen we dat de vertegenwoordiging van geschoolde gedetineerden in het groepsaanbod niet overeenkomt met de gemiddelde scholingsgraad binnen de gevangenismuren. Men kan daaruit concluderen dat kortgeschoolde gedetineerden een drempel ervaren om deel te nemen aan het opleidingsaanbod van CVO’s.

  • Brosens, D., De Donder, L., & Verte, D. (2013). Hulp-en dienstverlening gevangenis Antwerpen: Een onderzoek naar de behoeften van gedetineerden. Digitale Drukkerij BZ-AFM.  
  • Departement Onderwijs en Vorming. (2010). Tussentijdse evaluatie decreet van 15 juni 2017 betreffende het volwassenenonderwijs.  Retrieved from https://onderwijs.vlaanderen.be/sites/default/files/2021-07/Nota_evalua…
De noden van de doelgroep

In ‘Reducing re-offending by ex-prisoners’ (Unit, 2002) komt naar boven dat gedetineerden reeds voor hun gevangenschap op verschillende domeinen met problemen kampten: werkloosheid, psychologische problemen, gedragsstoornissen, schulden, … De studie toont ook aan dat gedetineerden heel vaak uit kansarme gezinnen komen en dat een groot deel de school vroegtijdig verliet. Hierdoor zijn veel gedetineerden kortgeschoold en laaggeletterd. Daarom is het des te belangrijker dat men verschillende opleidingen in de gevangenis aanbiedt en deelname stimuleert.  

Bij LIO 1.0 werd leerloopbaanbegeleiding in de gevangenis van Brugge onder de loep genomen in de masterproef ‘Van vraag naar doel’ (Terlaeken, 2019). De volgende zaken kwamen naar boven: 

  • Gedetineerden hebben vaak te maken met een multiproblematiek zoals lage scholing, werkloosheid, psychische problemen, gedragsstoornissen, schulden, verslavingsproblematiek, ...  Als men 1 facet van de leefwereld van een gedetineerde wil aanpakken, moet men ook oog hebben voor alle andere levensdomeinen. De leerloopbaanbegeleider moet zeker aandacht hebben voor het volledige verhaal van de gedetineerde.  
  • Verschillende gedetineerden weten vaak niet wat hun talenten en competenties zijn, anderen moeten zich heroriënteren omdat zij hun job niet meer kunnen uitvoeren na detentie. Leerloopbaanbegeleiders gaan hier samen met de gedetineerden op zoek.   
  • Soms kiest een gedetineerde voor individuele studies, bijvoorbeeld voor de examencommissie, hogeschool of universiteit. Wanneer men hiervoor kiest, worden ze met allerlei drempels geconfronteerd. De voornaamste drempel is de zeer beperkte toegang tot internet. Gedetineerden hebben hierdoor minder mogelijkheden om informatie op te zoeken en kunnen niet zelfstandig het online leerplatform van hun opleidingsverstrekker raadplegen. Daarnaast is het voor hen niet evident om zelfstandig op zoek te gaan naar geschikt leermateriaal, een uitgebreidere cursus of extra ondersteuning bij het studeren. Leerloopbaanbegeleiders ondersteunen hen in deze praktische drempels. 
  • Tijdens de studie is motiverende begeleiding en ondersteuning bij het leerproces noodzakelijk.  
  • Gedetineerden hebben beperkte financiële bronnen. Daarom zoekt de leerloopbaanbegeleider naar mogelijkheden zodat de financiële drempel om te studeren minder hoog is. 

Er is een grote nood om de studie tijdens de detentieperiode af te maken. Gedetineerden weten dat de tijd na gevangenschap bijzonder intens zal zijn en dat er heel veel van hen wordt verwacht. Hoe meer zij binnen de muren kunnen afmaken, hoe gemakkelijker dit is in de toekomst. Helaas is het niet mogelijk om alle opleidingen binnen detentie te vervolledigen. In dat geval is er een grote nood aan verdere ondersteuning na detentie.

Digitale kloof

In de brede samenleving is er een duidelijke trend op vlak van digitalisering en een stijgend belang van beeldcultuur. Digitalisering hinkt achterop binnen de gevangenismuren, onder andere door veiligheidsoverwegingen en een verouderde infrastructuur (Marynissen, 2021). 

De huidige regeling van DG EPI geldt als volgt: als een gedetineerde toegang heeft tot het vrij internet, dan moet de leerloopbaanbegeleider of leercoach het scherm ten allen tijde in de gaten houden. Ondertussen mag 1 andere student offline in dezelfde ruimte studeren.  

Hierdoor is de toegang tot internet beperkt in tijd zodat de leerloopbaanbegeleider of leercoach alle deelnemers de nodige aandacht kan geven. 

De gevolgen van deze digitale kloof zijn meervoudig:  

  • Verschillende opleidingen verlopen via een digitaal leerplatform of de student moet voor de opleiding informatie opzoeken op het wereldwijde web. De student in detentie mag niet zelf toegang hebben tot het internet, dit moet telkens onder strikt toezicht zijn van een leerloopbaanbegeleider of leercoach. Dergelijke trajecten zijn hierdoor heel tijdsintensief voor de LIO-medewerker. 
  • Een leerloopbaanbegeleider of leercoach tracht zo veel mogelijk digitaal materiaal af te drukken of te downloaden. Dit wordt steeds moeilijker omdat veel opnames, oefeningen en andere toepassingen uitsluitend online zijn. 
  • Gedetineerden zijn niet voorbereid op de verwachtingen van de samenleving in het kader van de digitale geletterdheid.  
  • Marynissen, S. (2021). digitaal leren tijdens detentie. VUB
Brug naar buiten

Bij de start van een trajectbegeleiding wordt er gewerkt aan een geslaagde brug naar buiten. Bij de oriëntatie naar een geschikte opleiding worden zowel de VDAB als de Psychosociale Dienst (PSD) betrokken. De VDAB geeft advies rond de mogelijkheden en noden op de arbeidsmarkt, de PSD geeft advies binnen de reclasseringsmogelijkheden van de persoon in kwestie. Het is bijzonder moeilijk om een diploma binnen detentie te behalen. De student moet een praktijkopleiding volgen, stages doen, deelnemen aan labo’s,…  of had ze niet voldoende tijd om alles binnen de detentietijd af te werken. 

Er is een grote nood aan ondersteuning in de overgang naar vrijheid. Het onderzoek ‘Brug binnen buiten’ (Van Dam & Raeymaeckers, 2017) geeft aan dat gedetineerden, die vrij komen, kampen met verschillende noden en uitdagingen die zich tegelijkertijd manifesteren. Zo blijkt uit de praktijk dat ex-gedetineerden na hun vrijlating zeer moeilijk aansluiting vinden op de arbeidsmarkt. Het stigma van ‘ex’-gedetineerde en ‘het gat’ in het CV zijn vaak belemmerende factoren in de zoektocht naar werk. Dit in combinatie met korte scholing en beperkte werkervaring maakt dat ex-gedetineerden moeilijkheden ervaren op het vlak van hun reclassering. 

  • Van Dam, S., & Raeymaeckers, P. (2017). BRUG BINNEN BUITEN: Inzetten op ondersteuningsnoden van ex-gedetineerden door vrijwilligers.
Uit